Hond

Vaccinaties

Wij raden aan om uw hond elk jaar in te laten enten. Bij jonge honden gebeurt dit in het begin iets vaker. Dan worden ze op 6, 9 en 12 weken geënt. Dit om een goede immuniteit op te bouwen. Vervolgens kunnen ze elk jaar geënt worden. Sinds kort is er een vaccinatie tegen de ziekte van Lyme beschikbaar. Komt uw hond vaak in contact met teken, dan kunt u de hond extra bescherming bieden. 

Mocht u uw hond mee willen nemen naar het buitenland dan is bescherming tegen hondsdolheid nodig. Kijk voor meer informatie naar de pagina ‘Met uw hond naar het buitenland’.

Gaat de hond niet mee op vakantie maar naar een pension of kennel, dan kunt u de hond beschermen tegen kennelhoest.  De meeste pensions stellen een inenting verplicht tegen kennelhoest. Kennelhoest is een besmettelijke keelontsteking die kan leiden tot longontsteking. Op plekken waar meerdere honden bij elkaar komen is de kans op besmetting met kennelhoest groot. Denk daarbij dus niet alleen aan pension, maar ook aan tentoonstellingen en hondenscholen. Weet u niet zeker of een enting nodig is bij uw hond dan mag u altijd even contact opnemen met de praktijk.

Vlooien

Vlooien bij uw huisdier zijn ontzettend vervelend. En niet alleen voor uw huisdier. Als ze zich eenmaal in uw huis bevinden, kunnen ze zich razendsnel vermenigvuldigen.

Als vuistregel kunt u stellen dat voor elke vlo die u aantreft in de vacht van uw huisdier, zich tot 10 tot 30 vlooien in de huiselijke omgeving bevinden.

Elke vrouwtjesvlo kan tot wel 50 eitjes per dag leggen, waaruit larven komen. Binnen enkele weken ontwikkelen deze larven zich tot volwassen vlooien. Zo kunnen zich in zeer korte tijd duizenden vlooien ontwikkelen in huis. Vlooien kunnen zich in de omgeving ophouden als eitjes, larven of poppen waaruit de volwassen vlo verschijnt. De eitjes, larven en poppen verstoppen zich in tapijten en allerlei hoekjes en worden niet makkelijk gevonden.

Hoe houd ik huis en dier vlo-vrij?

  • Mocht u vlooien gezien hebben bij uw dier vraag dan om een geschikt middel bij uw dierenarts. Gebruik naast een vlooienmiddel ook een ontwormingsmiddel, vlooien kunnen drager en overdrager van de lintworm zijn.
  • Goed stofzuigen. Vergeet vooral de plekken niet waar uw huisdier veel verblijft. Gooi de zak weg na het stofzuigen.
  • Was ligplaatsen van uw huisdier op een zo hoog mogelijke temperatuur om alle eitjes, larven en poppen te doden.
  • Bescherm u hond of kat tegen herbesmetting door regelmatig een anti-vlooienmiddel te gebruiken. Vraag bij uw dierenarts welk middel het meest geschikt is voor uw dier.
  • Er is ook een speciale omgevingsspray die u ter ondersteuning kunt gebruiken bij vlooienbestrijding.

Ontwormen

Het ontwormen van uw hond moet minimaal vier keer per jaar gebeuren. Wormen zijn veel voorkomend en uw hond kan er op verschillende plekken gemakkelijk mee besmet raken. Van bossen en uitlaatweides tot uw eigen tuin. Uw hond kan ook een wormbesmetting oplopen via vlooien of door het eten van kleine knaagdieren en rauw vlees. Daarom is het verstandig, indien uw hond vlooien heeft, om naast het ontvlooien ook gelijk te ontwormen. Bij honden is een worminfectie vaak niet zichtbaar. 

Wormeitjes zijn met het blote oog niet zichtbaar. Een wormbesmetting onbehandeld laten kan uw hond irriteren en gezondheidsproblemen veroorzaken. Sommige wormen die uw hond bij zich kan dragen, vormen ook een risico voor mensen. Met name kinderen lopen het risico op een besmetting wanneer ze in besmette zandbakken en parken spelen en daarna hun vingers in hun mond stoppen.

Wij volgen het ontwormingsschema dat geadviseerd wordt door de ESCCAP (European Scientific Counsel Companion Animal Parasites): Logo Esccap

Het algemene advies voor alle volwassen honden en katten is vier keer per jaar te ontwormen. Zeg maar elk seizoen. Daarnaast zijn er situaties waarbij het belangrijk is om vaker te ontwormen.

  • Voor families met (jonge) kinderen is het advies om elke maand te ontwormen.
  • Pups ontwormen op 2, 4, 6 en 8 weken leeftijd. Daarna elke maand totdat de pup een half jaar is.
  • Teef tegelijk met de zogende pups ontwormen.
  • Honden die loslopen, waaronder jachthonden; elke 4 tot 6 weken ontwormen.
  • Boerderijhonden elke maand ontwormen.

 

Op de praktijk hebben we verschillende ontwormingsmiddelen voor uw hond. Er zijn zeer smakelijke kauwtabletten verkrijgbaar, de meeste eten hem op als een beloning. Voor puppy’s en kleine honden zijn er ook pasta’s beschikbaar. Mocht u meer informatie willen over het ontwormen van uw hond dan mag u gerust contact opnemen met de praktijk.

Gebitsverzorging

Gebitsproblemen bij gezelschapsdieren worden erg onderschat. Zo’n 85% van de honden heeft problemen in de mondholte. Dit wordt met name veroorzaakt door tandplak en tandsteen.

Heeft uw hond last van gebitsproblemen?

Veel eigenaren weten niet hoe het gebit van hun huisdier eruit ziet.  Ernstige gevallen verraden zich bijna altijd door een zeer slechte adem. Het is dus zaak het gebit van uw dier regelmatig aan een inspectie te onderwerpen. Let hierbij vooral op de hoektanden en de grote kiezen helemaal achterin de mond. Hier zit het eerste en het meeste tandsteen. U herkent dit als een bruine aanslag op het gebit.Verwaarloosde gebitsproblemen kunnen ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid van honden, variërend van slechte adem tot verlies van tanden of zelfs ontstekingen in belangrijke organen. Ondanks al deze narigheden hebben de dieren meestal weinig problemen met kauwen, tenzij ook de grote scheurkiezen aangetast zijn. Even ter verduidelijking; een slechte adem bij honden is niet normaal!

Wat moet u doen als uw hond last heeft van slechte adem of tandproblemen?

Graag bekijken we samen met u het gebit van de hond. Een algemeen onderzoek kan uitsluiten of er mogelijk andere oorzaken zijn voor de slechte adem. De staat van het gebit wordt beoordeeld. De enige manier van behandelen bestaat uit het verwijderen van het tandsteen. Bij onze huisdieren moet dit doorgaans onder verdoving gebeuren. Het is anders niet goed mogelijk om, vooral achterin, het gebit goed schoon te maken. Indien nodig geven we vooraf of er na een antibioticumkuur om de ontsteking van het tandvlees te genezen.

Als het gebit goed schoon is inspecteren we het gebit nauwkeurig op andere problemen. Rotte en loszittende elementen worden verwijderd. Na eventuele behandeling door de dierenarts kunt u thuis beginnen met de gebitsverzorging van uw huisdier.

Hoe kunt u deze problemen voorkomen?

Regelmatige gebitsverzorging is nodig om bovengenoemde problemen te voorkomen. Tandsteen ontstaat langzaam en bestaat uit resten voedsel, neergeslagen zouten uit het speeksel en afgestorven bacteriën (ook wel tandplak genoemd). Om te voorkomen dat uw huisdier tandsteen krijgt moet u goed op z’n voeding letten. Hoe zachter het voedsel is – blikvoer bijvoorbeeld- ,des te gemakkelijker het dier tandsteen krijgt. Zorg dus voor een soort voedsel dat uw dier dwingt tot kauwen, dit houdt het gebit in conditie.

U kunt proberen om de tanden van uw dier te poetsen. Meestal laten ze dit na enige oefenen goed toe. Er zijn hiervoor inmiddels speciale tandpasta’s en tandenborstels verkrijgbaar. Als u een pup heeft, wen deze dan meteen aan tandenpoetsen.

U kunt ook een supplement toevoegen aan het drinkwater. Dit voorkomt de vorming van tandplak en een slechte adem bij uw hond. Vraag hiernaar bij de balie in de praktijk.

Op de praktijk zijn speciale brokken verkrijgbaar (Royal Canin Dental). Deze brokken gaan de omzetting van tandplaque in tandsteen tegen, bestrijden ontstekingen in de mond en helpen tegen een slechte adem. Door de grootte en structuur van de brokken wordt het gebit van uw hond als het ware gepoetst. Zo wordt de vorming van tandplaque , en dus ook tandsteen, voorkomen.

Normaal gesproken is het voldoende als u drie tot vier maal per week het gebit van uw huisdier verzorgt. Een nieuwe ontwikkeling is de floskluif. Dit is een soort bot gemaakt van touw, waar uw hond spelenderwijs zijn gebit mee poetst. De meeste honden zijn hier dol op! Nog een mogelijkheid die u kan helpen het gebit schoon te houden is het ‘masseren’ van de wangen van uw dier. Na verloop van tijd went uw dier er aan. Ziet u ondanks alle voorzorgen toch tandsteen, neem dan contact op met uw dierenarts en overleg of een behandeling noodzakelijk is.

Pups

Het is belangrijk om pups regelmatig te ontwormen. Dit moet vaker gebeuren dan bij volwassen honden. Pups moeten ontwormd worden op 2, 4, 6, en 8 weken leeftijd, dit gebeurt normaal gesproken bij de fokker. Vervolgens elke maand ontwormen tot de pup een half jaar is. Het ontwormen van pups moet zo vaak omdat deze eigenlijk altijd besmet zijn met spoelwormen.

Als de pup een half jaar is geweest kunt u uw hond 4 x per jaar ontwormen. Mocht uw hond met kinderen in aanraking komen is het zeer aan te raden om het ontwormen goed bij te houden, omdat sommige wormen van uw hond ook besmettelijk kunnen zijn voor uw kinderen en u zelf.

Het is belangrijk om uw jonge hond in te laten enten. Deze moet op 6 weken leeftijd ingeënt worden tegen hondenziekte en parvo. Deze enting wordt normaliter bij de fokker gegeven. De tweede enting wordt gegeven op 9 weken leeftijd en is tegen parvo en de ziekte van weil. Tenslotte krijgt de pup op 12 weken leeftijd de laatste vaccinatie en deze wordt de cocktailenting genoemd. Let er op dat als u pup mee gaat naar het buitenland, deze tegen hondsdolheid geënt moet worden. Mocht u hond naar een plek gaan waar veel andere honden zijn is het aan te raden om de hond in te enten tegen kennelhoest. Voor vragen of advies kunt u contact op nemen met de praktijk.

De pups die bij ons geënt zijn krijgen op de leeftijd van een half jaar een oproep thuis gestuurd voor een gratis puppy- check up. Tijdens deze check up wordt uw pup gewogen en zal onze assistent uw pup nakijken. Deze check up gebeurt in principe op afspraak, wat inhoudt dat er dus ook voldoende tijd is om eventuele vragen te beantwoorden.

Castratie en sterilisatie

Castratie van uw hond
Castratie is het verwijderen van de zaadballen of eierstokken. Castratie kan dus zowel bij mannetjesdieren (reuen) als bij vrouwtjesdieren (teven) plaatsvinden. Vaak spreken we van castrastie bij de reu en van sterilisatie bij de teef.
De reden dat honden gecastreerd worden kan verschillend zijn. Sommige honden worden om medische redenen gecastreerd. Maar veel vaker kiezen hondenbezitters er voor hun hond te laten castreren om ongewenst gedrag tegen te gaan. Castreren kan vanaf ongeveer zes maanden leeftijd. Bij de castratie zal de dierenarts beide zaadballen, ook wel testikels genoemd, verwijderen. Dit gebeurt onder volledige narcose.

Enkele voordelen van de castratie zijn:

  • Gecastreerde reuen lopen minder snel weg, omdat ze minder behoefte hebben om achter loopse teven aan te gaan.
  • Ook worden reuen minder fel ten opzichte van andere reuen en hebben ze minder neiging om tegen iets of iemand op te ‘rijden’ of tegen iets aan te plassen.
  • De ontsteking van de voorhuid waarvan veel reuen last hebben wordt na een castratie meestal minder ernstig.
  • En de bij honden veel voorkomende goedaardige vergroting van de prostaat zal zich na een castratie niet meer voordoen.

Enkele nadelen van de castratie zijn:

  • Castratie betekent een medische ingreep onder volledige narcose. Hoewel het risico heel klein is, brengt elke operatie een zeker risico met zich mee.
  • Na de castratie heeft de reu de neiging om dik te worden. Het is dan ook erg belangrijk dat de hoeveelheid voeding wordt aangepast om zo obesitas (overgewicht) te voorkomen.
  • Na de castratie kan de reu nog korte tijd vruchtbaar zijn omdat er nog sperma aanwezig is. Daarnaast duurt het zeker een week of zes voordat gedragsveranderingen zijn waar te nemen.

 

Sterilisatie van uw hond
De loopsheid van uw hond kan op verschillende manieren voorkomen worden. O.a. door de pil, prikpil of het definitief verwijderen van de eierstokken (castratie). De loopsheid kan definitief beïindigd worden door de eierstokken van uw teef operatief te laten verwijderen. De hond kan dan ook niet meer drachtig worden. Tijdens de operatie beslist de dierenarts of de baarmoeder eveneens verwijderd moet worden. Dit gebeurt alleen als er afwijkingen aan te zien zijn.

Enkele voordelen van de sterilisatie zijn:

  • De teef wordt niet meer loops, dus ook geen kans op dracht of pups. Tevens heeft de hond geen last meer van schijnzwangerschap.
  • Er is geen kans meer op baarmoederontsteking, dit is dus wel het geval als de hond de pil/prikpil krijgt. Als uw hond op jonge leeftijd gesteriliseerd wordt is de kans op melkkliertumoren veel kleiner.
  • De kans op suikerziekte neemt af.

Enkele nadelen van de sterilisatie zijn:

  • Sterilisatie betekent een medische ingreep onder volledige narcose. Hoewel het risico heel klein is, brengt elke operatie een zeker risico met zich mee.
  • Na de sterilisatie heeft de teef de neiging om dik te worden. Het is dan ook erg belangrijk dat de hoeveelheid voeding wordt aangepast om zo obesitas (overgewicht) te voorkomen.
  • Sommige grote rassen kunnen last krijgen van incontinentie, dit geldt voor een zeer klein percentage. Mocht de hond last van dit probleem krijgen, dit is over het algemeen goed te verhelpen met medicijnen.

Met uw hond naar het buitenland

Mocht u uw dier mee willen nemen naar het buitenland, dan moet uw dier aan een aantal eisen voldoen. Het is verstandig om met uw dierenarts te overleggen welke maatregelen u nog meer moet treffen in verband met de verschillende regels van elk land. Daarnaast kunt u ook kijken op www.licg.nl voor meer informatie over het reizen met honden.

De belangrijkste eis van vele buurlanden is de vaccinatie tegen hondsdolheid (Rabiës). Eenmalige vaccinatie bij honden ouder dan 12 weken is voldoende om een langdurige immuniteit te geven. Daarna is het voor reizen binnen de EU voldoende als er elke 3 jaar opnieuw gevaccineerd wordt.

Elk land heeft specifieke eisen. Daarom is het belangrijk dat u, als u uw hond of kat mee wilt nemen naar het buitenland, tijdig bij uw dierenarts informeert over de eisen. In bepaalde gevallen (Scandinavische landen en Engeland) neemt de totale procedure minimaal een half jaar in beslag. Landen die geen lid zijn van de EU hebben hun eigen eisen voor de invoer van gezelschapsdieren. Hiervoor kunt u het beste contact opnemen met de ambassade van het betreffende land.
Belangrijk is ook dat een rabiësvaccinatie door veel landen pas 21 dagen na vaccinatie als geldig wordt beschouwd. Vanaf 2004 gelden voor het vervoer van honden, katten en fretten binnen de Europese Unie de volgende algemene regels:

  • Alle dieren moeten in het bezit zijn van een Europees paspoort. (vraag uw dierenarts)
  • De dieren moeten gevaccineerd zijn tegen Rabiës (hondsdolheid)
  • De dieren moeten geïdentificeerd zijn. (leesbare tatoeage of chip)

Papieren niet in orde? 
Als de papieren van het gezelschapsdier niet in orde zijn, kan de douane het dier aanhouden. De gevolgen kunnen zijn:

  • Het dier wordt onder officieel toezicht (in quarantaine) geplaatst totdat het voldoet aan de gezondheidsvoorschriften.
  • Het terugzenden van het dier naar het land van herkomst.

Als quarantaine of terugsturen geen opties zijn, kan in het uiterste geval euthanasie op het dier worden toegepast. Alle extra kosten zijn voor rekening van de eigenaar die verantwoordelijk is voor het dier. Gaat uw hond mee naar het buitenland? Informeer dan ruim van tevoren bij uw dierenarts.

Reisziekte / wagenziekte

Voor de meeste mensen is het vanzelfsprekend dat hun hond af en toe mee gaat in de auto. Voor een hond is het echter helemaal niet zo natuurlijk. Er wordt zelfs gezegd dat een op de zes honden last heeft van wagenziekte. 
Wagenziekte bij honden kan een lastig probleem zijn wanneer u uw hond mee wil nemen in de auto. Onrustig gedrag, kwijlen, gapen, misselijkheid en braken maken de reis voor u en uw hond erg onaangenaam. Uw hond gaat de wagenziekte ook associëren met uw auto, en wil dan ook eigenlijk helemaal niet meer mee. Leuke uitjes met de auto worden onmogelijk.
Wagenziekte bij de hond wordt net als bij mensen veroorzaakt door het verstoord raken van het evenwichtsorgaan. Maar tevens spelen angst en opwinding een rol. Om dat laatste te voorkomen zal een pup moeten leren wennen aan auto rijden. Dat hoort bij zijn opvoeding. Geef hem een vaste, veilige plek in uw auto en begin met hele kleine afstandjes.
Uw rijstijl is ook van belang. Rustig rijden zonder heftig optrekken en remmen, en kalm door de bochten gaan, kunnen uw hond helpen. Rook niet in de auto en zorg voor frisse lucht.
Mocht dit alles niet baten dan is er een middel in tabletvorm verkrijgbaar bij uw dierenarts. Dit middel is ter preventie van braken veroorzaakt door reisziekte. Het maakt de hond niet slaperig maar werkt op het braakcentrum in de hersenen waardoor de hond niet gaat braken. De werkzaamheid houdt in ieder geval 12 uur aan. Uw dierenarts kan u verder adviseren omtrent dit middel.

 

Reacties zijn gesloten.